Voor het tweede jaar op rij zal de Bredene-Koksijde Classic zijn ontknoping kennen op de Ter Duinenlaan. Maar de aanloop daar naartoe verandert grondig. Na de start aan het Staf Versluyscentrum in Bredene gaat het naar De Haan. De kustlijn wordt aangehouden met passages in Nieuwpoort en Diksmuide, om zo via Vlamertinge en Dranouter het Heuvelland te bereiken.
In een eerste lus worden de Monteberg, Kemmelberg, Rodeberg, Sulferberg en Scherpeberg aangedaan. Daarna volgt een tweede lus met de beklimmingen van de Monteberg, Kemmelberg en Rodeberg. Via Poperinge trekt het peloton dan naar de befaamde polderstrook van De Moeren, voor ze een eerste keer de Ter Duinenlaan in Koksijde oprijden. Daar volgen nog drie plaatselijke ronden van elk 12 kilometer, met passages in Sint-Idesbald en Oostduinkerke. De wedstrijd is 200 kilometer lang.
"Met ons nieuw parcours hebben we met de heuvelzone en de passage op de Moeren twee scherprechters. Of het opnieuw tot een massasprint zal komen in Koksijde, is een open vraag. Daar zullen de weersomstandigheden op 20 maart een belangrijke rol in meespelen", meent koersdirecteur Stefaan Decleir.
De organisatoren mogen dit jaar minstens elf WorldTeams verwelkomen, drie meer dan in 2019. Vorig jaar ging de zege naar de Duitser Pascal Ackermann, die in een massasprint de Noor Kristoffer Halvorsen en de Colombiaan Alvaro José Hodeg voor bleef. Timothy Dupont werd vijfde. De laatste Belgische eindzege dateert van 2015, toen Gianni Meersman de sterkste was.
