Robbe gaat op zoek naar het verhaal achter het kerkhof naast de Sint-Donaaskerk. Hij ontmoet Lionel De Decker, een gids voor Stad Brugge. Hij kan Robbe heel wat vertellen!
Aan het begin van de Eerste Wereldoorlog was er nog geen kerkhof aanwezig. De Duitse troepen zochten hun vertier bij de dames van lichte zeden in Knokke en Heist. Elke week maakten velen deze uitstap met de kusttram. Pierre Mus, geducht spion en verzetsstrijder, smeedde een plan tegen deze Duisters die wekelijks de tram namen. Hij kreeg hulp van de sluismeester, trambestuurder en kaartjesknipper.
Toen een 100-tal Duitsers op 26 september 1915 terugkeerden van Heist werd de brug over de Visartsluis opzettelijk opengezet. De tram werd op volle snelheid opgedreven bij het uitkomen van de bocht en de drie heren sprongen van de tram. In volle vaart reed de tram in het kanaal. De 44 Duitse soldaten die omkwamen tijdens het tramongeval, werden bij de kerk begraven.
Op 23 april 1918 werd de haven van Zeebrugge, die in handen was van de Duitsers, aangevallen door de Britten. Van de 1700 Britten lieten 200 het leven. Dertig van hen liggen ook begraven op hetzelfde kerkhof. Opmerkelijk is dat de Duitse graven rond 1955 niet overgebracht werden naar de grote Duitse verzamelbegraafplaatsen, wat elders wel het geval was. Hier liggen dus zowel Duitse als Britse soldaten begraven naast elkaar op hetzelfde kerkhof.