Het evenement loopt op de Grote Markt van Ieper van 1 tot 6 september en maakt deel uit van GoneWest, de culturele herdenking van WO I in West-Vlaanderen.
Een hele week lang komen tientallen smeden uit heel Europa, maar ook uit o.a. Japan, Rusland, Zuid-Afrika, Australië, China, de VS en Chili bijeen op de Grote Markt van Ieper om samen te smeden. Ze maken een monument ter nagedachtenis van WO I. Tijdens de oorlog werden ook heel wat smeden ingezet voor allerlei taken, vandaar.
Grafstenen
Het kunstwerk is een stalen plaat van 7 meter hoog, 2 meter breed en 10 cm dik. Het weegt 12 ton. Aan de zijkant bovenaan is een poppy uit de rand gesneden en naar buiten gedraaid en vastgelast tegen de rand. Aan de voet van het monument, op de grote betonnen sokkel, wordt een veld van duizenden gesmede poppy's aangelegd, één voor één met de hand gesmeed in de ateliers van 25 master-smeden over de hele wereld. Deze klaprozen worden in een strakke formatie opgesteld en verwijzen naar de rechte rijen van de duizenden grafstenen in de Westhoek.
Rond de voet van het monument komen 25 gesmede panelen, die de loopgraven moeten voorstellen: elk van de 25 masster-kunstsmeden zal zijn eigen tafereel uitwerken met zijn kijk op de oorlog. Het kunstwerk blijft tot 12 september op de Grote Markt van Ieper staan. Daarna verhuist het naar Langemark, waar het een definitieve plaats zal krijgen op de Duitse militaire begraafplaats van Langemark.
In de komende dagen zullen schoolkinderen ook hun eigen poppy kunnen smeden in de grote smidse op de Grote Markt van Ieper.
