Op 28 november drong de beklaagde in de jachthaven van Zeebrugge een luxejacht binnen. Hij had blijkbaar niet in de gaten dat de politie dankzij het alarm verwittigd werd. Mohammed A. kon dan ook op heterdaad betrapt worden. Bij zijn arrestatie had de beklaagde een deel van de buit op zak. De rest van de gestolen goederen had hij al in een zak klaargezet. Het ging onder andere om een zonnebril, twee camera's, kledij, parfum, een luidspreker en een plooimes.
In zijn verhoor bekende A. de inbraak onmiddellijk. "Mijn cliënt zocht verse kleren en een plaats om te slapen en te eten", aldus meester Ellen Eneman. De man zit sinds de feiten in voorhechtenis, maar werd door de coronamaatregelen niet overgebracht vanuit de gevangenis naar de rechtbank. Het parket vorderde een jaar effectieve celstraf voor de inbraak en nog eens drie maanden cel voor illegaal verblijf. De verdediging drong aan op een mildere straf.
De rechtbank veroordeelde Mohammed A. uiteindelijk tot 15 maanden cel, maar oordeelde dat enkel de voorhechtenis effectief uitgezeten moet worden. In principe zal de Libiër dus maandagavond de gevangenis mogen verlaten.
