In totaal moesten dertien beklaagden zich voor hun aandeel in de feiten verantwoorden.
In een loods in Veurne werd op 13 april een cannabisplantage van 712 planten ontdekt. Tijdens het onderzoek naar die plantage hadden de speurders bepaalde verdachten gevolgd naar Boussu, in de provincie Henegouwen. Op die manier kon dezelfde dag ook daar een cannabisplantage blootgelegd worden. De politie ontdekte boven een café 360 planten en niet minder dan 58 kilogram cannabistoppen.
Ramazan B. (48) speelde volgens het parket een cruciale rol bij beide plantages. De Turk uit Breda riskeert vier jaar cel, maar ontkent dat hij de spilfiguur was. "Iemand die de touwtjes in handen heeft, gaat nooit zelf ter plaatse", aldus meester Ergün Top. Volgens de verdediging handelde B. in opdracht van een zekere 'Mohamed' uit Breda, die alles ook financierde. Voor het inrichten van de plantage in Veurne schakelde B. de echtgenoot van zijn nichtje in. Savas B. (34), eveneens een Turk die in Nederland woont, hangt 38 maanden cel boven het hoofd. Ook hij minimaliseerde zijn aandeel in de zaak.
Op de plantages werden steeds Bulgaarse pluksters en plukkers ingeschakeld. De Bulgaarse Zekie I. (53) fungeerde volgens het OM als een soort koppelbaas voor cannabistelers. De beklaagde gaf toe dat ze knippers regelde, maar volgens haar advocaat Luk Delbrouck speelde ze verder geen enkele rol in de zaak. I. heeft er naar eigen zeggen ook spijt van dat ze haar zoon en dochter op een plantage liet werken. Het parket eiste drie jaar cel voor I. en zes maanden cel voor de plukkers.
De advocaten van de meeste beklaagden vroegen om een straf met uitstel op te leggen. Het gaat bijvoorbeeld om de huurder van de loods in Veurne, die twee jaar cel riskeert. De verhuurder van het pand in Boussu vroeg als enige de vrijspraak. Volgens zijn raadsman Jonas Bel was Naci A. (48) uit Colfontaine enkel een beetje naïef toen hij maandelijks 1.100 euro huur cash aanvaardde.
De rechter doet uitspraak op 18 januari.
