Overslaan en naar de algemene inhoud gaan

Tot tien jaar cel gevorderd voor West-Vlaamse Syriëstrijders

Tot tien jaar cel gevorderd voor West-Vlaamse Syriëstrijders

Nieuws
16/11/2020

Op 11 juni 2014 vertrok Olivier C. samen met Menenaar Luc Van Hessche naar Turkije, om zich uiteindelijk in Syrië en Irak aan te sluiten bij terreurgroep Islamitische Staat. In Istanboel voegde de Kortrijkzaan Abdelmalek Boutaliss zich bij hen. In juni 2015 stierf Van Hessche op 19-jarige leeftijd al aan het front. Boutaliss was 20 toen hij in november 2015 om het leven kwam bij een zelfmoordaanslag in Irak. Hun dood staat officieel niet 100 procent vast, waardoor ze toch nog mee vervolgd worden.

Het federaal parket benadrukte dat het trio hun vertrek goed had voorbereid. Zo hadden ze allemaal in de weken en dagen voor het afreizen hun spaarrekeningen leeggehaald. C. en Van Hessche hadden bij Decathlon de nodige kleren en survivalspullen gekocht. Als diabetespatiënt had Boutaliss op 10 juni 2014 nog een flinke voorraad medicatie gehaald bij de apotheek. Volgens procureur Ester Natus wisten de beklaagden dus duidelijk waar ze aan begonnen en bij welke groepering ze zich zouden aansluiten.

Sharia4Belgium

Olivier C. wordt door het federaal parket als de leider gezien. Volgens zijn moeder radicaliseerde de jongeman in de gevangenis, waardoor hij onder de invloed van Sharia4Belgium kwam. Chatgesprekken via Facebook wezen uit dat C. actief mannen en vrouwen probeerde te overhalen om naar het kalifaat te komen. "Je veux t'épouser, je suis terroriste", schreef hij bijvoorbeeld. Op de luchthaven werd ook eens een minderjarige tegengehouden die door C. was geronseld.

 Ook de sociale media van de andere beklaagden lieten weinig aan de verbeelding over. Zo verstuurde Van Hessche een foto van een mishandelde en onthoofde man. Uit zijn eigen beweringen bleek dat hij minstens één iemand zelf gedood had en getuige was van meerdere executies. Boutaliss verspreidde eveneens propaganda voor IS via Twitter en Facebook.

Radicaliseringsexpert Montasser AIDe'emeh had meermaals contact met de beklaagden. Aan hem verklaarde Boutaliss bijvoorbeeld dat hij wilde sneuvelen op het slagveld. AIDe'emeh probeerde nog tevergeefs om hem de zelfmoordaanslag uit het hoofd te praten. Uit het onderzoek van AIDe'emeh bleek bovendien de grote invloed van C. op zijn kompanen. In een gesprek noemde C. de dood van zijn medestrijders prachtig. Hij verklaarde ook blij te zijn met de aanslagen in Parijs en wilde naar eigen zeggen enkel naar België terugkeren als IS het land zou controleren.

De drie beklaagden hadden een ledenfiche van IS. C. en Van Hessche stonden geregistreerd als strijder, Boutaliss omwille van gezondheidsredenen niet. De rol van C. was vermoedelijk wel een stuk groter. Uit gesprekken met zijn broer Frederick bleek immers dat hij een rol speelde in het droneprogramma van IS. De Kortrijkzaan polste bijvoorbeeld bij Duitse fabrikanten van drones. Bij de activering van een drone werd ook een e-mailadres van C. gebruikt. Op het proces kwam ook het leed van de betrokken families aan bod. Tijdens de vele contacten in de eerste maanden na hun vertrek probeerden ze tevergeefs de beklaagden te overtuigen om terug te keren naar België. In augustus 2014 trokken de vaders van Van Hessche en Boutaliss samen met Dimitri Bontinck naar het kalifaat. Ze konden hun zonen zelfs spreken, maar naar een terugkeer hadden de beklaagden geen oren.

Maximumstraf gevraagd

Federaal procureur Ester Natus vorderde voor alle beklaagden de maximumstraf. Voor Van Hessche en Boutaliss is dat vijf jaar effectieve gevangenisstraf. Door zijn leidende rol riskeert Olivier C. tien jaar cel. Het laatste teken van leven is al een tijdje geleden, maar het openbaar ministerie heeft ook geen informatie over een eventuele dood van C.. Zijn broer Frederick kreeg in de zomer van 2017 voor zijn aandeel in de zaak al vier jaar cel, waarvan de helft met uitstel. Het ging onder andere om het financieel ondersteunen van zijn broer.

Ten slotte vroeg het OM ook nog om de Belgische nationaliteit van Boutaliss af te nemen. De beklaagde werd in Kortrijk geboren uit Marokkaanse ouders. Sinds 2007 heeft hij de dubbele nationaliteit.

De rechtbank doet uitspraak op 21 december.

Auteurs: 
Belga