Na de beladen match Club Brugge - Antwerp kwam het op 22 oktober 2017 tot zware rellen op de Gistelse Steenweg in Sint-Andries. De relschoppers veroorzaakten in de buurt van het Jan Breydelstadion heel wat schade aan woningen en voertuigen. De politie werd bekogeld met allerhande projectielen, zoals stenen, stokken, bomen en straatmeubilair. Daardoor liepen twaalf politiemensen verwondingen op. Zeven slachtoffers waren zelfs een tijdje arbeidsongeschikt.
Op basis van de camerabeelden konden tijdens het onderzoek meer dan twintig verdachten geïdentificeerd worden. Het ging onder meer om Björn F. (40), die zich eerder al voor de rechter moest verantwoorden voor zijn aandeel in de vechtpartij na Club Brugge - Napoli in november 2015. Het openbaar ministerie vorderde tweehonderd uur werkstraf en tien jaar stadionverbod voor het kopstuk. In totaal moesten veertien supporters van Club Brugge en zeven fans van het 'bevriende' ADO Den Haag zich verantwoorden.
De rechtbank oordeelde op 7 november echter dat de strafvordering voor gewapende weerspannigheid en geweld tegen politie onontvankelijk is. Het bekogelen van de politie valt immers onder de Voetbalwet, waardoor de procureur na ontvangst van het aanvankelijk proces-verbaal een maand de tijd had om aan de bevoegde ambtenaar van de FOD Binnenlandse Zaken te laten weten of er een onderzoek werd gestart.
Voor bendevorming werden alle beklaagden vrijgesproken. Acht beklaagden kregen wel werkstraffen of drie maanden cel met uitstel voor andere inbreuken, zoals ongewapende weerspannigheid, vernieling van bomen en verboden wapenbezit. Ondertussen heeft het parket beslist om over de ganse lijn in beroep te gaan tegen het vonnis.
Op de zitting had het Openbaar Ministerie trouwens ook al gesteld dat een melding aan de Voetbalcel van Binnenlandse Zaken in dit geval helemaal niet nodig was. Het pv zou immers rechtstreeks naar het parket gestuurd zijn, en niet naar de Voetbalcel. Het Gentse hof van beroep zal zich nu dus over de kwestie moeten buigen.
