In de nacht van 27 juli 2015 probeerde de dader eerst het raam van het bankkantoor te forceren. Toen dat niet lukte, reed hij er binnen met een grijze bestelwagen. Hij kon er enkel kleingeld ter waarde van 2.000 euro meenemen, waarvan nog een deel verloren ging tijdens zijn vlucht.
Getuigen leidden de speurders naar de eigenaar van de wagen. Die had zijn voertuig uitgeleend aan de beklaagde, die op zijn beurt beweerde dat niet alleen hij, maar ook vrienden de wagen gebruikten. Maar volgens het Openbaar Ministerie zijn er nog bewijzen dat hij de dader is. Bij de huiszoeking bleek dat er kleren en schoenen waren verbrand. Een schoenafdruk op de plaats van de overval kwam overeen met de schoen in de woning van de twintiger. Bovendien werd zijn gsm-toestel gesignaleerd onder een mast in Menen, enige tijd voor de feiten.
Geen enkel bewijs
Volgens zijn advocaat Thomas Vandemeulebroucke was er geen direct bewijs van zijn betrokkenheid. Er logeerden verschillende mensen in de woning, dus het is niet bewezen dat de schoen van hem was. "Mijn cliënt zijn telefoon lag af, hij kon dus niet gelokaliseerd worden. Dat hij anderhalf uur voor de feiten in Menen was, is geen enkel bewijs", alsnog zijn raadsheer.
Ook de Kortrijkse strafrechter vond dat er onvoldoende bewijs was dat de beklaagde de ramkraak had gepleegd. De twintiger werd voor die feiten vrijgesproken. Omdat er tijdens de huiszoeking ook drugs werd gevonden, krijgt hij wel vier maanden celstraf voor drugsbezit.
