Overslaan en naar de algemene inhoud gaan

Landbouwgrond in de buurt? Pesticide in je urine

Landbouwgrond in de buurt? Pesticide in je urine

Nieuws
30/01/2023

"Op het platteland wonen, wordt over het algemeen gezien als gezond", stellen de onderzoekers. "Maar hoe meer je woning omringd wordt door landbouwvelden, hoe meer resten van het giftige product AMPA in je urine terug te vinden zijn." Pesticiden en onkruidverdelgers worden wereldwijd gebruikt in de landbouw. Blootstelling aan die producten brengt heel wat gezondheidsrisico's met zich mee zoals kanker, diabetes, ziektes aan de luchtwegen of neurologische aandoeningen.

Grote pesticidegebruiker

Een groot deel van West-Vlaanderen bestaat uit landbouwgrond. Ook hier worden pesticiden op grote schaal gebruikt, vooral in de fruit-, aardappel- en graanteelt. Per jaar wordt bijna acht kilogram onkruidverdelger per hectare akkerland gebruikt, waardoor België de op een na grootste pesticidegebruiker per hectare in Europa is.

"Rekening houden met gezondheidsrisico's"

Voor dit onderzoek keken wetenschappers voornamelijk naar de hoeveelheid landbouwgrond die mensen omringt - en niet zozeer naar de afstand tot die landbouwgrond. Daarna zocht men in de urine van adolescenten naar pesticiden die in Vlaanderen worden gebruikt.  "We stellen vast dat meer landbouwgrondgebruik rond je woning gerelateerd is aan een verhoging van de niveaus van AMPA in je urine", vertelt Katrien De Troeyer, verbonden aan de Faculteit Geneeskunde van UAntwerpen.

"AMPA is een zogeheten biomarker voor blootstelling aan de onkruidverdelger glyfosaat, zoals Roundup - dat overigens sinds 2018 is verboden voor particulieren." "Gezondheidsrisico's van glyfosaat en AMPA moeten wel degelijk in acht worden genomen voor de mensen van wie hun huis omringd wordt door landbouwvelden", aldus nog De Troeyer. Voor andere onderzochte biomarkers werden geen significante verbanden gevonden.

In totaal namen 424 jongeren aan het onderzoek deel. De studie gebeurde in samenwerking met de universiteiten van Antwerpen, Brussel, Gent, Hasselt en Leuven. Ook de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO) en het Provinciaal Instituut voor Hygiëne werkten mee.

Auteurs: