Fijn stof bestaat uit zeer kleine deeltjes die aanwezig zijn in de lucht. Meestal spreken we over PM10 en PM2,5. Dat staat voor deeltjes die kleiner zijn dan 10 of 2,5 micrometer. Doordat ze zo klein zijn kunnen ze diep doordringen in de longen en schadelijk zijn voor de gezondheid.
Niet alleen in Europa, maar ook in West-Vlaanderen is het fijn stof gemeten op zeven verschillende plaatsen: Menen, Oostrozebeke, Roeselare, Houtem (deelgemeente van Veurne), Wielsbeke, Zwevegem en Moerkerke (deelgemeente van Damme). Daarbij werd een onderscheid gemaakt tussen fijn stof dat kleiner is dan 10 en 2,5 micrometer.
Uit de resultaten blijkt dat de hoeveelheid fijn stof in West-Vlaanderen vorig jaar licht gestegen is. In vergelijking met 2021 steeg vorig jaar de hoeveelheid stofdeeltjes kleiner dan 10 micrometer in alle zeven gemeentes waar de meting plaatsvond. Voor stofdeeltjes kleiner dan 2,5 micrometer is er nauwelijks een verschil te merken. Alleen in Roeselare en Houtem stijgt de hoeveelheid.
Hoewel ons land nog tot de betere leerlingen van de klas behoort, moet onze luchtkwaliteit beter worden. Dat zegt de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). De jaarlijkse WHO-richtlijn voor fijn stof kleiner dan 2,5 micrometer is 5 gram per kubieke meter. Voor fijn stof kleiner dan 10 micrometer bedraagt de jaarlijkse richtlijn 15 gram per kubieke meter.
Luchtverontreiniging is nog altijd het grootste gezondheidsrisico voor het milieu in Europa en veroorzaakt hart- en vaatziekten. Dat kan leiden tot gezondheidsproblemen en in het ergste geval tot sterfgevallen. De WHO adviseert dan ook om de richtlijnen voor de hoeveelheid fijn stof te respecteren. (Bekijk hieronder de volledige resultaten van het onderzoek)
