Daar is weinig over bekend, omdat de Duitsers niet mochten weten wat er aan de hand was. Auteur Patrick Buyse schrijft het verhaal in zijn boek ‘Weg van ’t Stad’, na een jarenlange zoektocht in de archieven, en na een verhaal van zijn vader.
In de Kerkstraat, een klein straatje in Oostrozebeke, kon Herman, de vader van auteur Patrick Buyse, al vijf Antwerpse kinderen noemen, die op het einde van Wereldoorlog Twee verbleven. Agnes woonde bij hen in.
Precieze cijfers zijn er niet, maar Buyse schat dat er minimum 150.000 Antwerpenaars naar onze provincie zijn gevlucht in de periode van september '44 tot april '45. Vooral aan de kust, maar ze vonden overal onderdak. Niet door de traag werkende overheid, maar vooral door de pastoors.
Daarnaast was er ook financiële compensatie, vijf frank per dag, en materiële, meer aardappelen en steenkool bijvoorbeeld. De Antwerpenaren zetten hier hun gewone leven verder. De volwassen gingen werken, de kinderen naar school. Ook na de oorlog bleef het contact.
Jarenlang werden nog bedankingsfeesten gehouden omdat de Antwerpenaars onze 'parking' hadden mogen gebruiken.