Overslaan en naar de algemene inhoud gaan

Assisenzaak baby Romy: 'Ik was in paniek'

Assisenzaak baby Romy: 'Ik was in paniek'

Nieuws
13/01/2020

Bij de start van het verhoor vertelde B.D. vrij openhartig over zijn jeugd. Zijn vader verliet het gezin al toen de beschuldigde een jaar oud was. "Ik had een gelukkige jeugd, maar het heeft nooit echt goed geboterd met mijn stiefvader. Daar zijn inderdaad sommige dingen gebeurd, ik ging soms over de rooie." Over de band met zijn moeder was hij wel heel positief. "Ook al was ik niet altijd correct met haar. Ik begon te roepen als ik mijn zin niet kreeg, maar ik heb haar nooit geslagen."

D. verklaarde zelf dat hij kampte met een alcohol- en drugsverslaving. Bovendien gebruikte hij ook slaapmiddelen en antidepressiva. "Ik ben gepest omwille van mijn gewicht en heb me nooit echt goed in mijn vel gevoeld. Ik deed gewoon mee met de bende." In de periode voor de feiten dronk de beschuldigde naar eigen zeggen minder en gebruikte hij geen cocaïne meer. "Voordien dronk ik twintig tot dertig pinten per dag. Soms voelde ik me slecht doordat ik ook Antabuse gebruikte, maar dat effect had ik niet altijd."

Via een neef kwam D. in augustus 2017 in contact met S.V., die toen al zwanger was van Romy. De beschuldigde had zelf een dochtertje uit een eerdere relatie. "Ik heb Romy erkend omdat ik vind dat ieder kind het verdiende om twee ouders te hebben en uit liefde voor S."

Op 31 december 2017 trok het jonge gezin vanuit hun appartement in Nieuwpoort naar Adinkerke, waar ze oudejaarsavond vierden met de moeder en stiefvader van de beschuldigde. Ook die avond rookte D. enkele joints en dronk hij enkele cava's en een tiental pinten. De volgende dag werd hij rond 14 uur wakker gemaakt, zodat hij voor Romy kon zorgen. "Ik zat filmpjes te bekijken op de laptop, maar gebruikte mijn koptelefoon om Romy niet wakker te maken. Ik heb haar een paar keer gehoord en heb dan haar fopspeen teruggegeven", begon hij zijn verhaal. Even later moest D. zijn dochter ook een nieuwe luier geven. "Ik hoorde dat ze slijmpjes had en ben fysiologisch water gaan halen in de keuken. Plots verslikte Romy zich, die bus bleef ook spuiten in haar gezichtje." Bij het afdrogen van haar gezicht zou de baby van de zetel op de grond gegleden zijn. "Ik heb haar nog bij haar linkervoetje gegrepen, maar ik was te laat. Ze lag met haar voorhoofd op de grond, denk ik."

D. besefte naar eigen zeggen dat er iets mis was, omdat Romy niet huilde. "Dan heb ik haar geschud. Daarna nam ik haar ondersteboven bij de knietjes en heb ik nog geschud. Ik heb haar ook onder koud water gehouden in de keuken, maar geen reactie." Uiteindelijk maakte D. zijn vriendin wakker, waarna hij op haar advies de hulpdiensten verwittigde. De voorzitter stelde zich vragen bij die houding van de beschuldigde. "Tuurlijk wist ik dat ik haar niet mocht schudden, maar dat was een momentopname. Ik was in paniek. Ik dacht dat ze zo weer bij haar positieven zou komen, maar het heeft het alleen maar erger gemaakt."

Volgens de wetsdokter zijn er geen verwondingen die op een val uit de zetel wijzen. Voorzitter Willem De Pauw vroeg daarom of D. zijn dochter misschien niet gewoon geschud heeft omdat hij zijn geduld verloor. "Ik ben niet iemand die zomaar een kind zou nemen en zou schudden. Dat weet ik van mezelf", reageerde de beschuldigde. Dadelijk komen de eerste getuigen aan het woord. Het gaat om artsen en verpleegkundigen die Romy behandeld hebben.

Auteurs: 
Belga