Volgens advocaat Pol Vandemeulebroucke kan Daniel D. (38) de moord op zijn echtgenote op 10 januari 2017 in Komen niet gepleegd hebben.
Bij de start van zijn pleidooi stak de advocaat zijn ergernis over zijn eigen cliënt niet onder stoelen of banken. "Deze voormiddag was het voor mij bijna voorbij en stond ik hier niet voor u. Ik was het kotsbeu." Vandemeulebroucke verwees ook naar de nieuwe relaties die D. na de moord nog aanknoopte. "Maar ik vraag u om ook met het overspel geen rekening te houden."
Vandemeulebroucke waarschuwde de juryleden voor tunnelvisie, waar volgens hem ook de speurders last van hadden. Hij verweet de burgerlijke partijen en het openbaar ministerie van kleine elementen tot een hoop bewijs te stapelen. "Op de duur krijg je een berg waar je niet meer over kunt. Als een element geen bewijselement is, leg het dan opzij." De verdediging doelde onder andere op de aanwezigheid van D. in Komen ruim twee uur voor de feiten. Dat wordt immers enkel afgeleid uit de telefoonmast waarmee zijn gsm toen contact maakte.
Een voor een probeerde de advocaat van D. de mogelijk belastende elementen onderuit te halen. "Wat is het eeuwige probleem met die voetmat? Meester Mussche rijdt blijkbaar met haar voetmat, ik met mijn pedalen. En daar is geen spatje bloed gevonden." D. vertelde ook dat Carmen vaak een mes op zak had. "Wat kun je daaruit afleiden? Welke moordenaar wijst zelf het mes aan?" Na de feiten reed de beschuldigde nog naar zijn werk in Drongen, waar hij eigenlijk niet hoefde te zijn. "Om zijn bebloede kledij in een container te pleuren? Het kanaal in Komen en de Leie zijn op een kilometer van zijn deur."
Uiteraard kwam ook de verklaring van de kroongetuige uitgebreid aan bod. "Dat is een doorlopende tekst, je vindt daar ook geen vragen in. Maar die zijn natuurlijk wel gesteld. Twee uur en twintig minuten heeft hij daar gezeten, om anderhalf blad verklaring af te leggen." Bovendien zag Frédéric R. naar eigen zeggen niet met zekerheid een Ford Fiesta, maar kon het ook een gelijkaardig model zijn. De man beschreef ook een Belgische nummerplaat, terwijl D. in principe enkel over een plaat naar Amerikaans model beschikt.
Ook bij de modus operandi van de dader plaatst Vandemeulebroucke veel vraagtekens. "Heeft hij een kristallen bol om te weten waar Carmen zal stoppen met die lekke band? Voor hetzelfde geld rijdt ze weg. Of helpt er een medeleerling." Na de getuigenis van de anonieme beller kon de advocaat van Daniel D. zijn pleidooi vervolgen.
Vandemeulebroucke probeerde de versie van het openbaar ministerie te weerleggen. "Als ze moest sterven op de parking, waarom is ze dan niet gestorven op de parking? Dan moet je die band toch niet platsteken? Uw hypothese klopt niet." Ook de verschillende mogelijke motieven werden van tafel geveegd.
Ten slotte kwam de advocaat van de beschuldigde terug op het plaatsbezoek van maandagavond. Hij blijft erbij dat er om 21.45 uur nog geen lichaam lag. "Ik heb een fout gemaakt en had aan de voorzitter moeten vragen om een pop mee te nemen. Nu lag daar een hoopje kleren, toen lag daar een vrouw van vlees en bloed." Marie-Christine Delporte zou dat lichaam zeker moeten gezien hebben toen ze haar parkeerplaats in de Handelstraat verliet. Opvallend genoeg was de lokale politie net op dat moment aan de rotonde even verderop een verdachte vrouw aan het zoeken. Ook zij merkten geen lijk op. "Het was precies of iedereen die met de auto rijdt een paardenbril op zijn snufferd heeft", verwees de advocaat naar alle getuigen die toen door de straat reden.
De verdediging vroeg dus om D. vrij te spreken voor moord. Het bezit van enkele verboden wapens, zoals peppersprays en tasers, werd niet betwist.
De replieken zullen donderdagochtend gehouden worden. Daarna krijgt de beschuldigde het laatste woord en kunnen het hof en de jury zich terugtrekken voor de beraadslaging.
