Op 13 maart 2019 zat het slachtoffer samen met zijn vriendin te wachten voor een consultatie bij een arts in Oostende. Plots kwam ook haar ex-vriend de wachtzaal binnen. Het koppel verplaatste zich naar de gang, om mogelijke problemen te vermijden. A.L. stapte echter op hen af en ging zijn ex-partner te lijf. Haar vriend wilde tussenbeide komen, maar kwam in het tumult ten val op een deurstop. Bij die val liep het slachtoffer een complexe heupbreuk op.
Tijdens zijn verhoor beweerde de beklaagde dat zijn ex-vriendin hem eerst had geprovoceerd en aangevallen. Haar nieuwe vriend zou hem zelfs eerst in een wurggreep genomen hebben. De procureur noemde het ongeloofwaardig dat een ooggetuige dat tafereel helemaal niet gezien zou hebben. Daarnaast werd ook gewezen op zijn gevulde strafblad, met veroordelingen voor drugsfeiten, geweldplegingen en een zedenmisdrijf.
De rechter veroordeelde A.L. uiteindelijk tot achttien maanden effectieve gevangenisstraf, zoals gevorderd door het openbaar ministerie. Aan het slachtoffer moet hij een voorlopige schadevergoeding van 3.000 euro betalen. Een deskundige werd aangesteld om de precieze schade te begroten. Het slachtoffer is ondanks twee operaties immers nog steeds herstellende. Door complicaties is zijn linkerbeen bovendien anderhalve centimeter korter geworden.
